Kennisclips gelijke kansen

Ieder talent verdient aandacht, maar dan moet het wel (h)erkend worden. Of het cognitieve talent van een leerling uit een minder bevoordeelde bevolkingsgroep gezien wordt hangt erg samen met onder andere het gebruik van academische (school)taal in toetsen en de verwachtingen van docenten. Hoe zorg je nu voor meer inclusief begaafdenonderwijs? Bekijk hiervoor eens de kennisclips die Lineke van Tricht in samenwerking met Onderzoekswerkplaats POINT heeft gemaakt .

In de eerste kennisclip spreekt Lineke over gelijke kansen in het begaafdenonderwijs. De Europese Commissie definieert gelijke kansen als de mate waarin leerlingen, ongeacht hun sociaaleconomische status, kunnen profiteren van het onderwijs. Hoogbegaafdheid wordt echter minder snel gesignaleerd bij kinderen met minder hoogopgeleide ouders, ongeacht of ze wel of geen migratieachtergrond hebben. Signalering van hoogbegaafdheid, culturele sensitiviteit van leraren, identiteitsvorming van leerlingen en hoge verwachtingen van leraren van hun leerlingen zijn de vier thema's die keer op keer naar voren komen in onderzoek naar gelijke kansen in het begaafdenonderwijs.

In de tweede kennisclip wordt het thema signalering verder uitgelicht. In deze video gaat het erom hoe je cognitief talent bij achtergestelde studenten kunt identificeren. Dit is vaak moeilijker vanwege de beperkingen van traditionele intelligentietests die afhankelijk zijn van een specifieke manier van logisch denken en woordenschat. Het project Creating Equal Opportunities at School (CEOS), dat tot doel heeft bij te dragen aan gelijke kansen in het begaafdenonderwijs, heeft ontdekt dat lokale normen en non-verbale tests effectief kunnen zijn bij het identificeren van begaafde studenten. Het project heeft ook een programma ontwikkeld genaamd Woordenboost, om de woordenschat van begaafde studenten te verbeteren, met name die uit achtergestelde milieus.